El Toboso
16 juni 2017 - Alcázar de San Juan, Spanje
Het ondraaglijke te dragen.
Het onmogelijke te dromen en
de onverslaanbare vijand te verslaan. Dat is het lot van een dolende ridder.
En daar hoort natuurlijk een liefje bij. Een schone jonkvrouw aan wie Don Quijote al zijn wapenfeiten zou kunnen opdragen. Hij besluit dat dat Dulcinea wordt, een boerenmeisje uit een naburig dorpje.
Hij geeft haar de edele naam Doña Dulcinea de El Toboso.
Onze dolende ridder heeft haar echter nooit daadwerkelijk in levende lijve ontmoet, hoewel ze een essentiële rol speelt in het verhaal. Ook de andere personages kennen haar niet en trekken in twijfel of ze wel echt bestaat.
Ik kan haar niet meer ontmoeten, maar kan nog wel haar huis bezoeken. Op naar El Toboso dus. Heen en terug is het een aardig fietstochtje van zo'n 70 km.
Weer over de landweggetjes en door enkele van die bestaande dorpen waar hun nooit gebeurde avonturen hebben plaatsgevonden. Aan het begin van elk dorp is er een metalen beeld van de twee helden geplaatst.
Ach, wat zouden we toch zijn zonder verbeelding.
En die verbeelding heb ik zelf hard nodig wanneer ik het huis van Dulcinea binnen ga. Het is toch wel speciaal en zeer verwonderlijk om een echt huis binnen te gaan van iemand die nooit bestaan heeft. Hetzelfde gevoel dat me vorig jaar bekroop toen ik in Verona onder het balkon van Romeo en Julia stond.
Daar sta ik dan, in het echte huis met keuken en bed van iemand die alleen maar verzonnen is ...
Van Dulcinea, meesteresse van dat geknechte hart.
Zoals Julia nog steeds geschreven wordt, zo krijgt Dulcinea ook nog steeds post. Voor de eventueel geïnteresseerde heb ik het adres.
Na negenen wordt het gezellig druk op het Playa Mayor van Alcazar de San Juan. Ik heb besloten om vanavond maar eens goed te gaan eten, na die hamburger van gisteren.
Alcazar blijkt een aardig verzorgingsstadje voor de streek te zijn. Het is nu vrijdagavond en iedereen is uitgelopen.
De serveerster op mijn terras is ook een aangename verbetering ten opzichte van de chef kok van gisteren. Ze ziet er leuk uit en door haar overvloedige rondingen is ze een echt Knalleffekt der Natur, om met Arthur Schopenhauer te spreken. Ze zou voor een schone Dulcinea kunnen doorgaan.
Echter niet voor mij hoor, mijn wapenfeiten zijn al besproken.
Tot morgen. Dan heb ik weer een afspraak met de tegenstanders van de Don en fiets ik naar Consuegra.
Tot dan, JW
Succes .
Haste luego!!
Ongetwijfeld ook stukje van jouw parate kennis JW! Misschien zijn jouw reizen de rode pil.
Por lo que es, zou Sancho Panza misschien zeggen.
Groetjes, PJ