Naar Gernika
31 augustus 2020 - Gernika-Lumo, Spanje
Tempo maken in het leven, eat your pie before you die.
Gaat het daarom?
Een reis te voet vertraagt al min of meer in zichzelf. Je wordt gedwongen om niet te (over)haasten. Om af en toe stil te staan, zoals ik gisteren al schreef.
De St. jacobsroute is van de kust af gebogen naar het heuvelachtige achterland. Bijna 25 km wandel ik in grote afzondering door bossen en velden, flink klimmend en dalend. Ik kom door slechts enkele kleine dorpjes en gehuchtjes. Wanneer ik na een kleine pauze een dorpje verlaat waarvan ik me de naam niet meer kan herinneren kom ik langs een middeleeuws kruis, dat er als eenzame getuige staat van de vroegste dagen van de bedevaart.
Vele beelden en vervallen monumentje herinneren aan m’n voorgangers.
Ook heb ik het idee dat de Spanjaarden het wandelpad van de pelgrims nog eens extra aan het cultiveren zijn, zoals bijvoorbeeld de kasseienstroken in de wielerkoers Parijs-Roubaix. Een ‘gewoon’ wandelpad mag niet, nee het moet vol met losse keien liggen, dalend en stijgend en het liefst kilometers lang. Als het onverharde pad dan ook nog een modderige glijbaan wordt, is het helemaal af.
Dit alles voor het authentieke gevoel van de pelgrim.
Het was voor mij dan ook zwaar vandaag. Het is opmerkelijk om te lezen dat pelgrims in het verleden de reis juist nog zwaarder probeerden te maken door bijvoorbeeld stenen in hun schoenen te doen, of stenen in hun buidel en om onderweg te vasten.
Ik moet daar niet aan denken.
Maar misschien liepen zij maar een enkele kilometer per dag.
Ik loop dagelijks circa 25 km met zo’n 1000 meter hoogteverschil. Dit laatste wordt na morgen minder.
Nee, neem alle tijd om stil te staan bij datgene waar anderen aan voorbij lopen. Neem de kans om oog te hebben waar anderen overheen kijken.
Door het raam zie ik een omaatje de kerk op slot doen. Het is voor mij ook de hoogste tijd.
Tot morgen
Je blijft toch door mooie landschappen wandelen
Ik wens je vandaag weer een fijne dag ,
ik zou die stenen maar laten liggen!